kalender icoon

08 september 2022

Interview met mengvoerspecialisten Cornel Boere en Marcel Roordink

Historisch besef van mengvoederbedrijven en graanhandel loopt parallel

Waar zitten de verschillen tussen mengvoerbedrijven en graanhandelaren? En wat hebben ze met elkaar gemeen en welke rol speelt Het Comité hierin? Daar kunnen Cornel Boere, Global Procurement Director Raw Materials & Ingredients bij Agrifirm en Marcel Roordink, directeur van coöperatie ABZ De Samenwerking U.A. ons meer over vertellen. Mengvoederbedrijven hebben namelijk ook een eigen brancheorganisatie Nevedi.

In Nederland zijn een aantal mengvoederbedrijven lid van Het Comité, waarvan enkele echt grote mengvoederbedrijven. Twee van deze bedrijven zijn Agrifirm en ABZ De Samenwerking U.A. Beide bedrijven zijn ontstaan uit een samenklontering van kleine coöperaties en uitgegroeid tot de grote concerns die ze nu zijn.
 
Kunt u wat vertellen over uw bedrijf? Wat is uw belangrijkste activiteit?
Marcel Roordink is 47 jaar, boerenzoon en één van de directieleden van de coöperatie ABZ De Samenwerking U.A. “Het bedrijf ABZ De Samenwerking, inclusief haar voorgangers, bestaat inmiddels al 125 jaar. Wij zijn in de afgelopen jaren snel gegroeid door het samengaan van verschillende diervoedercoöperaties. Hierdoor bestaat ons ledenbestand nu uit 2700 Nederlandse veehouders. Deze 2700 Nederlandse veehouders hebben samen 6 voerfabrieken, 40 vrachtwagens en 300 medewerkers. Wat wij doen is 2700 veehouders – met varkens, rundvee en pluimvee – elke dag voorzien van grondstoffen.”
 
Cornel Boere is 54 jaar en Global Procurement Director Raw Materials & Ingredients bij Agrifirm. “Ook Agrifirm is ontstaan uit een fusie van allerlei coöperaties, zoals dat ook bij vele andere bedrijven het geval is. Eén van de voorgangers was al tientallen jaren lid van Het Comité. De laatste paar jaar is met name duurzaamheid in de breedste zin van het woord een heel erg belangrijk thema geworden. Waarom? Omdat de consument dat hoog op zijn agenda heeft staan. Daardoor is duurzaamheid binnen inkoop bij ons bedrijf een heel belangrijk thema geworden.
 
Wat zijn de specifieke eigenschappen of kenmerken van mengvoederbedrijven?
“Mengvoederbedrijven produceren mengvoer. Het woord zegt het al”, zegt Cornel. “We mengen hier veel verschillende componenten uit de graanindustrie, maar ook bijproducten vanuit andere industrieën. Deze worden geoptimaliseerd tot een recept die de boeren aan hun dieren geven. Van oudsher was een mengvoederbedrijfmeestal een klein lokaal opererend bedrijf dat in een dorp zat. Deze bedrijven waren vooral regionaal actief. Agrifirm is al vele jaren geleden ontstaan doordat allerlei kleine lokale bedrijfjes in dorpen samenklonterden tot een onderneming die tegenwoordig een paar miljard aan omzet draait. Er is een particuliere en een coöperatieve mengvoedertak. Agrifirm is één van de coöperatieve bedrijven die ook internationaal actief is.” 
 
Marcel vertelt dat coöperatie AZB De Samenwerking U.A., zoals het bedrijf voluit heet, net als Agrifirm, op basis van al zijn rechtsvoorgangers al 125 jaar in de sector meedraait. “De oudste stukken die in de archieven zijn gevonden, vertellen dat onze coöperatie al 125 jaar oud is. Als je deze stukken leest, zie je dat er ook daarvoor al verenigingen van boeren waren. Onze coöperatie telt officieel vanaf het jaar 1919. Dit lezen we in een boekje datdoor één van de voorgangers waaruit wij zijn ontstaan is opgesteld. In het boekje lezen we dat 125 jaar geleden een handvol boeren bij elkaar kwam om de behoefte aan kwalitatief goede grondstoffen te bespreken. Deze wilden ze dan ook tegen een eerlijke prijs kunnen inkopen. Het zijn activiteiten waarmee we al meer dan 125 jaar onze boeren aan elkaar bindt.” 
 
Wat maakt mengvoederbedrijven anders dan graanhandelaren?
“Uit onze fabrieken komt een eindproduct dat we mengvoeder noemen. Graanhandelaren zorgen ervoor dat zij grondstoffen bij ons aanleveren. Van al die grondstoffen maken wij mengvoeder. Een graanhandelaar ziet mengvoederbedrijven voornamelijk als klant. Een graanhandelaar zal nooit aan alle Nederlandse veehouders verkopen, omdat dat verkoopkanaal te ver van hen af staat. Die veehouders zijn bij ons aangesloten.” Cornel voegt daar aan toe. “Een graanhandelaar koopt in principe een product bij partij A en verkoopt het vervolgens aan partij B, waarbij de toegevoegde waarde ligt bij logistiek en de toevoeging van zijn kennis. Het eindproduct is bij graanhandelaren gelijk aan het beginproduct. Wij kopen tarwe of andere granen en verkopen het als rundveevoer, varkensvoer of kippenvoer. Verschillende graancomponenten kunnen wij bij verschillende bedrijven inkopen en in onze fabriek tot één eindproduct samenstellen die wij zelf bij de klant brengen. Wij veranderen dus het product. Een echte graanhandelaar is eigenlijk alleen bezig om het product van A naar B te brengen op een zo efficiënt mogelijke wijze, met een goede kwaliteit en tegen een goede prijs.
 
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de sector voor veevoederbedrijven in de achterliggende decennia?
“Voedselveiligheid was 20 jaar geleden het gesprek van de dag maar nu veel minder”, zegt Marcel. “Terwijl thema’s als GMO en kwaliteitsconcepten systemen die we moeten waarborgen, nu de onderwerpen zijn die heel actueel zijn en vroeger veel minder aandacht kregen. We hebben hier al veel van geleerd, zodat we beter weten wat ongewenste stoffen zijn. We kunnen nu ook veel meer monitoren of bepaalde ongewenste stoffen aanwezig zijn. De gesprekken vandaag de dag gaan overigens ook meer over duurzaamheid en carbon footprint. De techniek om daarin stappen te zetten zijn veel verder ontwikkeld en blijven zich ook ontwikkelen.” 
 
“Ook erg belangrijk is de ontwikkeling van lokaal georiënteerde business naar internationaal”, voegt Cornel daaraan toe. “Onze klanten zijn qua schaalgrootte steeds omvangrijker en stellen meer eisen omdat hun klanten, de consumenten, meer eisen. Tegenwoordig zijn boeren veel meer bezig met welk seizoen het is en welk voer daarbij past. De diergroepen zijn ook meer gespecialiseerd. Je hebt koeien die veel melk geven en die minder melk geven. Daar heb je bepaalde type voer voor nodig. Een andere ontwikkeling bij mengvoederbedrijven is dat we veel meer recepten moeten maken dan ooit tevoren. En daarmee neemt de vraag naar specifieke grondstoffen verder toe.” 
 
Wat is voor uw bedrijf de belangrijkste rol die Het Comité vervult?
“Al decennialang maakt AZB De samenwerking gebruik van de graancursus. Het is echt een must-have op je cv als je bij ons werkt. Wie bij ons op de afdeling inkoop en logistiek werkt, moet die opleiding gedaan hebben. De cursus brengt je niet alleen een hoop knowhow maar levert je ook een belangrijk netwerk op. Dat is heel mooi om te zien.”
Cornel voegt daaraantoe dat de rol die Het Comité voor Agrifirm vervult, op twee pijlers is gebaseerd. “Belangenbehartiging en kennisdeling; die zie ik als belangrijkste waarden voor ons bedrijf. Het Comité moet vooral blijven doen waar het goed in is en moet goed op de hoogte blijven van de actualiteiten die zich afspelen binnen de branche.”  
 
Wat vindt u van het feit dat Het Comité al zo lang bestaat? Wat zegt dat voor u?
Cornel is zelf 9 jaar bestuurslid bij Het Comité geweest. “Ik heb me een aantal jaren vrij actief ingespannen voor het bestuur van Het Comité. Als ik vanuit ons bedrijf richting Het Comité kijk, vind ik het enorm waardevol dat onze inkopers regelmatig contact heeft met andere leden van het Comité. Kennisdeling ten aanzien van marktontwikkelingen t.a.v. bijvoorbeeld duurzaamheid, logistiek en met name contractkennis zijn daarin bepalende onderwerpen. Het Comité is beheerder van een aantal contractvormen. Wij kopen producten op basis van die contracten. Contractkennis delen is in dat geval heel belangrijk, maar ook het delen van kennis in het algemeen over de graanhandel. Een organisatie als Het Comité, dat al zo lang bestaat, is in een perfecte positie om ons soort bedrijven op specifieke thema’s als belangenbehartiger te vertegenwoordigen. Het Comité kan een veel betere stempel drukken en invloed uitoefenen bij bepaalde veranderingen dan een individueel bedrijf. Marcel kan zich compleet vinden in de woorden van collega Cornel, en voegt daaraantoe dat de rijke historie van Het Comité laat zien dat het aan een behoefte voldoet. “Juist met de wetenschap van de ontwikkelingen in de laatste twee jaar, kun je stellen dat de organisatie harder nodig is dan ooit. We trekken echt samen op om de voedselvoorziening van mens en dier veilig te stellen.”