kalender icoon

25 februari 2022

Cruciale rol voor kwaliteit en veiligheid door de jaren heen

“Voedselveiligheid is in ons vak steeds belangrijker, en dat merkt iedereen ongetwijfeld aan de toegenomen hoeveelheid werk door nieuwe contaminanten en lagere limieten voor diverse contaminanten”, vertelt Odette van Mackelenbergh, Quality manager bij Viterra BV. “In de afgelopen jaren is onze kennis wel fors toegenomen, hoewel de kwaliteit en voedselveiligheid van onze producten natuurlijk altijd al erg belangrijk waren. Toch is er wel degelijk een flinke verandering opgetreden”, zegt Audrey Rensen, Head of Quality and EHS bij Cefetra Group BV. Beide dames zijn via hun bedrijven lid van het Comité van Graanhandelaren en houden zich dagelijks bezig met kwaliteit en voedselveiligheid.

Nu de vereniging zijn 150-jarig bestaan viert, kijken we samen met leden terug op belangrijke ontwikkelingen en mijlpalen. Kwaliteit en voedselveiligheid zijn binnen Het Comité al jaren cruciale onderwerpen. Twee deelgebieden die voor de meeste mensen vrijwel synoniem aan elkaar zijn. Om die ontwikkelingen rondom dit thema nader te kunnen duiden, vroegen we beide specialisten om hun licht hierover te laten schijnen.
Audrey Rensen & Odette van Mackelenbergh over kwaliteit en voedselveiligheid
 Hoe zien jullie het belang van kwaliteit in relatie tot de producten die onze leden leveren en verhandelen?
Rensen: “Kwaliteit kun je op twee manieren bekijken. Aan de ene kant heb je de nutritionele kwaliteit - hoeveel eiwit zit er ergens in, hoe goed kan ik er mee bakken - en aan de andere kant heb je voedselveiligheid. Het is allebei belangrijk. Dus enerzijds als je als diervoederproducent graan koopt met een bepaalde voedingswaarde, wil je natuurlijk dat het daaraan voldoet. Anderzijds wil je niet dat mensen of dieren ziek worden, dus het moet ook veilig zijn. Dit is een andere insteek van kwaliteit, en ook daarvoor geldt dat je het product goed moet controleren en goed moet kijken wat is toegestaan.” Van Mackelenbergh vult aan: “Als ik het over kwaliteit heb, dan kijk ik puur vanuit voedselveiligheid want daar hebben we een verantwoordelijkheid voor. Wij handelen, importeren en exporteren goederen waarvoor in verschillende landen verschillende wetgeving geldt. Daar zijn wij heel erg mee bezig. Het werk neemt hierdoor fors toe en er komen steeds meer onderwerpen bij. Vanuit onze klanten krijgen we hierover steeds meer vragen en we moeten ook aan steeds meer eisen voldoen. Vanuit dat perspectief speelt voedselveiligheid een rol die alleen maar groter wordt.”
 
Wat zijn de onderwerpen die in de loop der jaren steeds belangrijker geworden zijn?
Van Mackelenbergh: Nieuwe (proces) contaminanten vragen steeds meer aandacht.’ Binnen Europa worden de limieten voor pesticides steeds lager, maar andere landen verlagen niet mee. Dit geeft soms uitdagingen omdat de goederen wel geschikt moeten zijn om Europa binnen te mogen. En andersom, ga je exporteren naar een ander land, dan moet het product voldoen aan hun eisen.” Rensen noemt daarbij nog een ander perspectief: “Afhankelijk van het product hebben we natuurlijk in meer of mindere mate te maken met klimaatverandering. Daardoor zie je bijvoorbeeld dat bepaalde mycotoxinen, die voorheen alleen maar voorkwamen in tropische of subtropische gebieden, nu ook in Europa de kop opsteken. Dus in je risicoanalyse van een product, kijk je nadrukkelijk waar dit product vandaan komt. Daar moet je wel je aanpak op aanpassen.”
 
Wat zijn historisch gezien de belangrijkste stappen geweest voor een goede kwaliteitscontrole?
Een cruciale stap in de historie volgens van Mackelenbergh is de Algemene levensmiddelenverordening. Deze verordening - tot stand gekomen na een aantal schandalen eind jaren ’90 - zorgde ervoor dat we een grote stap binnen de voedselveiligheid konden zetten. In die wet is opgenomen dat bedrijven verantwoordelijk zijn om veilig product op de markt te zetten. Rensen vertelt dat kwaliteit van graan altijd al erg belangrijk was. Maar “door de loop der jaren is er zo enorm veel veranderd door de grote hoeveelheid kennis die we hebben opgedaan. Kijk je over een periode van 150 jaar dan is de kennis van wat in en op de producten kan zitten extreem veel groter. Doordat we al die kennis hebben, is er nu veel meer mogelijk als het gaat om kwaliteitsbewaking. Daardoor gaan we ook steeds beter en kritischer kijken. Waar we vroeger puur visueel keken naar een product en eventueel zichtbare schimmels, kijken we nu met analyses veel breder naar allerlei stoffen die in en op het product kunnen zitten.”
 
Welke mijlpalen kunt u noemen als het om kwaliteitscontrole gaat in de afgelopen jaren?
“Het Comité is een handelsorganisatie. Zij hebben als organisatie de contacten met het bedrijfsleven en de autoriteit. Zij trekken vaak op met andere brancheorganisaties en zijn daarin een verbindende factor tussen overheid en bedrijfsleven. Het Comité speelde dan ook een grote rol in tijdens de paraquat en in de recentere ethyleen oxide affaires. Zij trokken daarin samen op met andere brancheorganisaties  in gesprekken met de NVWA om duidelijkheid te krijgen hoe het bedrijfsleven moet en kan handelen.” Van Mackelenbergh benoemt ook de residu-tool, die recent is ontwikkeld om te bepalen of producten veilig zijn voor consumptie, ongeacht of ze door mensen worden gegeten of door dieren. “Ook als we de producten aan dieren voeren, moeten we ons aan de limieten voor veilig voedsel houden. Uiteindelijk, hoe je het wendt of keert, komen die dieren of hun producten weer in de voedselketen van de mens, hetzij als melkproducten, vlees of eieren.” 
Volgens Rensen is de evolutie in de kwaliteitsketen de belangrijkste mijlpaal in de afgelopen jaren. “Vroeger waren er best wel wat problemen in de diervoederindustrie. Die zorgden er uiteindelijk voor dat we kwaliteitssystemen gingen ontwikkelen. Die kwaliteitsontwikkeling begon bij één mengvoerbedrijf dat voer produceert voor dieren. Maar zij moeten bepaalde productstromen inkopen bij bepaalde leveranciers. Vervolgens moeten die leveranciers ook weer bij bepaalde bedrijven inkopen, enzovoorts. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat de hele keten die kwaliteit moet waarborgen. Waar we eerst met één bedrijf begonnen, creëren we zo een hele kwaliteitsketen. Dat zou je toch wel als een mijlpaal kunnen zien.” 
 
Welke belangrijke ontwikkelingen ziet u nog voor de toekomst als het om kwaliteitscontrole gaat?
Volgens Rensen is het nooit klaar. “Door steeds meer gedetailleerde wensen en eisen en kennis, is er steeds meer mogelijk. In de jaren voordat ik begon, werd er veel in gehandeld in standaard stromen met een standaardcontract. We zien nu steeds meer aanvullende eisen die zorgen dat het geen standaardproducten meer zijn. Denk dan aan biologisch, duurzaam of vrij van GMO. Daar gelden hele strenge eisen voor.” Rensen denkt dat we daardoor uiteindelijk naar Identity Preserved stromen toe gaan. Van Mackelenbergh denkt op haar beurt dat Farm to Fork veel invloed gaat hebben. Vermindering van pesticides en organische teelt zullen een impact hebben.
 
In welke mate is de rol van Het Comité van Graanhandelaren van belang in relatie tot voedselveiligheid en kwaliteitscontrole?
Rensen vindt de rol van Het Comité in relatie tot kwaliteit ontzettend belangrijk. “Zij behartigen de belangen van de bedrijven, zijn een goede discussiepartner en hebben veel expertise. Terwijl het toch een kleine organisatie is. Ze zijn faciliterend in communicatie over sector brede oplossingen.” 
Ook Van Mackelenbergh benoemt een aantal belangrijke punten van Het Comité. “Zij hebben de contacten met het bedrijfsleven en met de autoriteit en zijn daarom een verbindende factor. Daarnaast zijn ze ook op Europees niveau actief zodat het bedrijfsleven goed geïnformeerd blijft over komende veranderingen. In dat soort zaken is de rol van Het Comité gewoon onmisbaar.”