kalender icoon

15 april 2022

Oprichting eigen laboratorium heeft Het Comité veel gebracht

Sinds jaar en dag had Het Comité een afdeling voor de analyse en bepaling van vocht, maar ook voor bijmengingsanalyses. Met de start van graanexporten uit Frankrijk kwamen de uitkomsten van de vochtanalyses van Het Comité onder vuur te liggen. De Fransen dreigden de analyses uit handen te nemen van Het Comité als het niet over zou gaan tot de aanschaf van de ‘Chopin Lente’ apparatuur. Dit was feitelijke de aanzet tot de oprichting in 1958 van een eigen laboratorium, dat de uitkomsten van analyses en bepalingen veel nauwkeuriger kon uitvoeren.


Toen Het Comité in 1958 besloot om het laboratorium op te zetten, besloot men ook - met het oog op de Franse contracten - over te gaan op de Franse apparatuur. De start van de graanexporten uit Frankrijk en de kritiek op de vochtanalyses waren daarmee het startsein om de analyses door Het Comité te professionaliseren. In de contracten stond dan wel geen bepaling dat deze analysemethode nodig was om vast te stellen hoeveel vochtgehalte de graanpartijen bevatte, maar het laboratorium zou Het Comité in de jaren daarna wel enorme voorspoed brengen in de graanhandel.
 
Het Comité onder vuur
Al snel wilden niet alleen Franse groothandelaren zich niet bij de resultaten van Het Comité neerleggen. Ook binnenlandse afnemers meenden de analyses te moeten uitbesteden aan andere instellingen dan Het Comité. Zij vonden dat uitkomsten van deze laboratoria meer in overeenstemming lagen met de door eigen laboratoria vastgestelde vochtgehaltes. In het bestuur werd grondig en breedvoerig van gedachten gewisseld. Daarbij werd geen enkele oplossing aangedragen voor het gebruikelijke probleem, namelijk dat de voorkeur van verkopers en kopers bij de toepassing van bepaalde analysemethoden niet parallel loopt. 
 
Analysemethoden
In de internationale graanhandel werd al in een vroeg stadium aangedrongen op overeenstemming over de te gebruiken analysemethoden. Dat betekent dat men aandrong op harmonisatie van methoden. Tijdens het overleg binnen de Deutsch-Nederlandsche Contracten trachtte men tot algemeen geldende richtlijnen te komen. Ook de Union Européenne ondernam een poging. In beide gevallen waren de uitkomsten gelijk. Elk laboratorium kon de keuze maken uit een gros van analysemethoden. Dit weerhield Het Comité er niet van om in haar laboratorium ook analyses te gaan uitvoeren op het gebied van eiwitten, ruwe celstoffen en vetten.
 
Uitbreiding Afdeling analyse
Het uitvoeren van chemische analyses begon overigens al in 1957. Na de oprichting van het laboratorium werd op de bestaande afdeling extra analyseruimte gevonden voor het uitvoeren van al deze nieuwe analyses. De ontwikkeling rondom de lab-afdeling bracht ook de nodige problemen met zich mee. Het bestuur moest eraan wennen dat , voordat er geld werd verdiend, zij ook de nodige kosten moesten maken. Er werd regelmatig over de tarieven van eiwit- en vetanalyses gesproken, waarbij de tarieven concurrerend in de markt moesten zijn. Bij de uitvoering van de analyses had het bestuur te maken met andere laboratoria die zelfstandig hun plek in de markt innamen. Toch nam vanaf 1958 de verwerking van een toenemend aantal verschillende analyses snel toe, waardoor het laboratorium een volwaardige plek in de dienstverlening van Het Comité kon innemen.  
 
Nieuwe vennootschap
In 1984 brengt Het Comité het lab onder in een aparte besloten vennootschap: ‘Laboratorium van Het Comité van Graanhandelaren B.V.’, afgekort LabCo. De specifieke managementeisen werden steeds belangrijker, het lab stond voor grote investeringen en de huisvesting moest ook veel professioneler en ruimer worden. In 1985 werd een zeer modern en goed uitgerust gloednieuw laboratorium in de Europoort in gebruik genomen. In 1991 werd aan LabCo als een van de eerste laboratoria de Sterlab-erkenning verleend Tot 1992 blijft Het Comité de enige aandeelhouder. Eind september 1992 vindt de oprichting plaats van LabCo participanten BV. Aandeelhouders zijn bedrijven en personen die LabCo een warm hart toedragen. Deze nieuwe BV zorgt voor een kapitaalinjectie in LabCo en verwerft daarmee 10% van de aandelen in LabCo. 
 
Huidige stand van zaken
De verdere verzelfstandiging was bedoeld om beter te kunnen reageren op wensen van (semi) overheidsinstellingen, toeleveranciers van (agrarisch) grondstoffen en industrie. Onder meer het analysewerk breidt zich verder uit naar bijvoorbeeld plantaardige en dierlijke oliën, vetten, microbiologie, voedings-, genots- en levensmiddelen, lichaamsverzorging- en gezondheidsproducten en zuivel. In 2012 wordt LabCo overgenomen. Eurofins toont in 2011 al interesse, maar mag in 2012 Eurofins LabCo welkom heten als onderdeel van de internationale laboratorium-keten. Tegenwoordig is Eurofins LabCo een grote en vooruitstrevende speler in de analyse van voeding, oliën en vetten, specerijen, noten, zuidvruchten, diervoeder en diervoedergrondstoffen.